Uil pakte de ketel uit de kast. 'Vanavond ga ik tranenthee zetten,' zei hij. Hij zette de ketel op zijn schoot. 'Zo', zei Uil, 'ik ga beginnen.' Uil bleef heel stil zitten. Hij begon aan heel verdrietige dingen te denken. 'Stoelen met kapotte poten', zei Uil. Zijn ogen werden al een beetje nat. 'Liedjes die niemand kan zingen', zei Uil, 'omdat niemand de woorden meer weet.' Uil huilde nu. Een dikke traan rolde naar beneden in de ketel. 'Lepels die achter het fornuis zijn gevallen en die je nooit meer terugvindt', zei Uil. Er drupten al heel wat tranen in de ketel. 'Boeken die je niet meer kan lezen', zei Uil, 'omdat er bladzijden uitgescheurd zijn.' 'Klokken die stilstaan,' zei Uil, 'omdat niemand ze meer opwindt.' Uil huilde nu heel erg. Veel dikke tranen vielen in de ketel. 'Een prachtige zonsopgang. Die noemand ziet, omdat iedereen slaapt', snikte Uil. 'Heerlijke aardappel-puree op een bord, die niemand wilde opeten,' jammerde hij. 'En potloodjes die te klein zijn geworden om vast te houden.' Uil dacht an nog veel meer nare dingen. En hij huilde en huilde maar. Al gauw was de ketel vol tranenwater. 'Ziezo', zei Uil. 'Dat is dat.' Uil hield op met huilen. Hij zette de ketel op de kachel. Het tranenwater kookte al gauw. Uil schonk zijn kopje vol. Hij was heel tevreden. 'Het smaakt wel een beetje zoutig,' zei hij. 'Maar tranenthee is toch altijd weer heerlijk'.
'Trantenthee' uit 'Bij Uil thuis' (Owl at home) van Arnold Lobels
maandag 25 oktober 2010
zaterdag 23 oktober 2010
Concert
Meneer G. woonde in een klein, stil dorpje midden in de woestijn.
Op een dag besloot hij iets aan de stilte te doen en hij plantte een zaadje.
De dorpsbewoners zeiden: ‘Een zaadje, dat groeit hier in de woestijn toch niet? En een zaadje maakt toch ook geen geluid?’
Maar Meneer G. was vastbesloten en zorgde goed voor het zaadje.
Uit het zaadje kwam een prachtige bloem. De bloem trok de bijzonderste vogels aan en deze vogels zorgden voor het mooiste concert dat de bewoners ooit gehoord hadden
'Meneer G.' van Gustavo Roldán
Op een dag besloot hij iets aan de stilte te doen en hij plantte een zaadje.
De dorpsbewoners zeiden: ‘Een zaadje, dat groeit hier in de woestijn toch niet? En een zaadje maakt toch ook geen geluid?’
Maar Meneer G. was vastbesloten en zorgde goed voor het zaadje.
Uit het zaadje kwam een prachtige bloem. De bloem trok de bijzonderste vogels aan en deze vogels zorgden voor het mooiste concert dat de bewoners ooit gehoord hadden
'Meneer G.' van Gustavo Roldán
woensdag 13 oktober 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)